Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [52]Die u zien zullen, [53]zullen u aanschouwen, [54]zij zullen op u letten, [en zeggen:] Is dat die man, die de aarde beroerde, die de koninkrijken deed beven? 52. Te ewten de doden, die alrede begraven zijn. 53. Te weten met verwondering. Anders: zullen u nauw bezien. 54. Als hij zeide: Zij zullen zeer verwonderd staan, twijfelen of gij die trotse koning van Babel zijt.